SV | En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaal, [dat is] Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israel gedaan had. |
WLC | וְלֹֽא־עָשׂ֣וּ חֶ֔סֶד עִם־בֵּ֥ית יְרֻבַּ֖עַל גִּדְעֹ֑ון כְּכָל־הַטֹּובָ֔ה אֲשֶׁ֥ר עָשָׂ֖ה עִם־יִשְׂרָאֵֽל׃ פ |
Trans. | wəlō’-‘āśû ḥeseḏ ‘im-bêṯ yəruba‘al giḏə‘wōn kəḵāl-haṭṭwōḇâ ’ăšer ‘āśâ ‘im-yiśərā’ēl: |
En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaal, [dat is] Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israel gedaan had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaal, [dat is] Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israel gedaan had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!